De wintertaling is een vogel uit de familie van Anatidae (zwanen, ganzen, en eenden). Deze taling komt voor in een groot deel van Europa, Azië en Noord-Amerika. In de noordelijke delen is het een trekvogel die overwintert in het zuiden, maar in een groot gedeelte van het verspreidingsgebied is het ook een standvogel. In noordwest Europa komt de wintertaling het hele jaar voor, terwijl de eend in het noordoosten van Europa alleen in de zomer voorkomt, waar het overwintert in het Middellandse Zeegebied.
Hun voedsel bestaat voornamelijk uit plantenkost (zaden), maar ook dierlijke voedsel zoals insecten staan op het menu. Het mannetje maakt een hoog fluitend geluid, terwijl het vrouwtje kwaakt. Deze vogels broeden op de toendra, in graslanden en bosachtige streken, soms in zeer kleine watertjes. Het legsel bestaat uit acht tot elf lichtgele of lichtgroene eieren, die door het vrouwtje gedurende 23 dagen worden bebroed.
Er worden twee ondersoorten onderscheiden met elk een groot verspreidingsgebied.
Ondersoorten en hun verspreiding:
De Amerikaanse wintertaling wordt ook wel eens groenvleugeltaling genoemd, vertaald van het Engelse green-winged teal. De Europese en Amerikaanse wintertalingen zijn lastig te onderscheiden. Woerden (mannetjes) van de Amerikaanse wintertaling hebben een witte streep die de flanken van de borst scheidt. De woerden van de Europese wintertaling hebben een horizontale witte streep aan de bovenzijde van de vleugel.
De oudste wintertaling bekend in het wild werd 27 jaar en 1 maand.
Boven: een volwassen paartje Europese wintertalingen, Anas crecca crecca
Boven: een volwassen mannelijke Europese wintertaling, Anas crecca crecca
Boven: een volwassen mannelijke Europese wintertaling, Anas crecca crecca
Boven: een volwassen mannelijke Europese wintertaling, Anas crecca crecca
Boven: volwassen mannelijke Amerikaanse wintertalingen, Anas crecca carolinensis
Boven: volwassen mannelijke Amerikaanse wintertaling, Anas crecca carolinensis
Boven: een volwassen mannelijke Amerikaanse wintertaling, Anas crecca carolinensis