Het verenkleed van deze 90 cm grote gans is overwegend grijsbruin met lichte strepen. De onderzijde van de kop en de voorzijde van de hals hebben een lichte kleur, terwijl de bovenzijde van de kop en de achterzijde van de hals donkerbruin-grijs zijn. De onderstaartveren hebben een witte kleur. Verder heeft de vogel een opvallend grote snavel en oranje poten.
Zwaanganzen eten vegetarisch, vooral grassen, zeggen en kruiden.
Zwaanganzen werden vanaf circa 1500 voor Christus voor het eerst gedomesticeerd in China. Er zijn een klein aantal rassen ontstaan zoals de zogenaamde Chinese knobbelgans en de Afrikaanse knobbelgans. Kruisingen van deze gedomesticeerde zwaanganzen en de grauwe gans worden gehouden als "tamme gans" of "boerengans".
Vroeger leefde de zwaangans in grote delen van Azië. Daar worden ze steeds zeldzamer door habitatverlies. Nu leven ze in Thailand, China, Japan, Taiwan, Noord-Korea, Zuid-Korea, Mongolië en Rusland in laaggelegen moerasgebieden. De IUCN heeft de zwaangans de status Kwetsbaar gegeven.
Tevens in beschermd milieu is de populatie kwetsbaar vanwege de geringde hoeveelheid dieren die wordt gehouden.
Lees hier meer (engelstalige).
Boven: zwaanganzen
Boven: zwaanganzen in Vogelpark Avifauna
Boven: zwaanganzen en roodhalsganzen in Vogelpark Avifauna
Boven: een zwaangans in Vogelpark Avifauna. Foto door Jente Ottenburghs