Deze soort is het nauwst verwant aan de goed lijkende kuifhoenderkoet, welke iets zuidelijker voorkomt. De witwanghoenderkoet is een licht bedreigde vogelsoort uit noordelijk Colombia en noordwestelijk Venezuela. Hier leven naar schatting zo'n 5.000 exemplaren. Ze leven meestal paarsgewijs, maar ook groepjes tot 10 vogels ziet men regelmatig. Ze zijn redelijk plaatsgebonden, hoewel jonge vogels de neiging tot trekken hebben. Hier gaat het om kleine afstanden, juvenielen op zoek naar een nieuw territorium.
Tijdens gevechten tussen mannelijke vogels wordt gebruik gemaakt van de carpale sporen aan de vleugels. Zelfs in de vlucht worden deze gevechten soms doorgezet! Deze gevechten zijn enkel territoriaal van aard, want de vogels paren vaak voor het leven, dus het zijn geen terugkomende gevechten die tot een partnerkeuze leiden.
Zoals de andere hoenderkoeten voeden ze zich met gras, waterplanten en zaden, welke ze vinden in ondiep water of op de oever in de nabijheid van water. Ook wordt er wel wat in modder gewroed naar voedsel, waaronder ook wormen.
Witwanghoenderkoeten rusten vaak in de toppen van bomen, staande op takken die dik genoeg zijn om de vogels te dragen. Ze zwemmen niet veel, maar kunnen het toch goed.
Ze nestelen in hun natuurlijke omgeving soms het hele jaar rond, maar meestal gebeurt dit in de maanden oktober en november. Het nest wordt door beide partners gemaakt van een grote massa planten zoals riet, welke bovenop en tussen oeverplanten worden gedeponeerd en tot nest worden gevormd. De eikleur is grauwwit tot geelachtig, welke na 42 tot 44 dagen uitkomen. Beide vogels broeden om en om. Op een leeftijd van zo'n 10 weken kunnen de jongen, welke de eerste tijd door beide ouders gevoerd worden, vliegen. Het zijn dus, zoals bij kraanvogels bekend, nestvlieders die voor hun voedsel afhankelijk zijn van de ouders. In die tijd krijgen ze behalve groenvoer ook dierlijk voedsel voorgeschoteld, varierend van insekten tot kleine amfibiën.
De grootste bedreiging voor deze vogels is het verlies aan natuurlijk leefgebied door drooglegging van wetlands (waterrijke gebeiden), maar ook pesticides en onkruidverdelgers zijn de oorzaak van onnodige sterfte.
Meer informatie (engelstalig) vindt u hier.